....

    Daar slaapt men met de ogen open, en sluit de oogleden wanneer men tot elkaar praat. De andere moet uit een gezichtsloos spreken verschijnen, uit stem bestaan, om als waardige andere te verschijnen. Het zien van het gezicht verdinglijkt, suggereert continuïteit van de persoonlijkheid, die er misschien in wezen nooit is.

    Waarom men daar met open ogen slaapt? Slechts om die doorborende, bevreemdende aanblik van slapende gezichten, die »jou« rechtstreeks aankijken zonder dat ze het zelf bevroeden.