....

    Een stad waar men met slaap betaalt. Simpel, het is een soort valuta. Het leven valt daar dan ook in een soort natuurlijk, constant evenwicht.

    Een glas melk bij het ontbijt: een kwartiertje extra slaap. Een goede maaltijd op restaurant: twee uur extra slapen. Een avondje stappen: beslist uitslapen. Zo bestaat de mensen hun tijd daar uit een natuurlijke, haast lichamelijke rechtvaardiging aan slaap voor hun dagelijks leven.

    Bijgevolg worden de mensen daar gekenmerkt door een normale, aan het leven inherente bescheidenheid. Elk consumptiemoment wordt men namelijk direct door de directe waarde, of beter effect ervan getroffen. Een kip of een varken slachten? Toch niet dagelijks? Misschien eens bij speciale gelegenheden – dan wanneer men voorziet goed uit te slapen.

    Geen dure diamanten ringen. Geen patserige SUV’s, ach zelfs geen auto’s – men ziet er het nut niet van in daarvoor te slapen. Geen grote woningen of luxueuze villa’s – zulke aankopen lonen zich niet. Waarom zou men dertig jaar of meer moeten afbetalen, dito afslapen? Werkelijk, de mensen overwegen wat ze kopen, nu de betaling ervan aan hun bewuste, wakkere leven gekoppeld is.

    Men kent daar een andere soort luxe. Luxe niet aan materie, maar aan ervaring gekoppeld. Een bosje meiklokjes, een kleine attentie, een stuk chocolade – dat zijn de ware, echte aankopen die er in het leven toe doen en waarvoor men graag even bijslaapt. Ze kosten misschien ook maar slechts een middagdutje of extra half-uurtje, maar ze zijn het waard.

    Iedereen, of toch bijna iedereen, leeft daar in een bescheiden woning, omgeven door wat men nodig heeft: een klein keukentje, woonkamer en deftig slaapvertrek. Kredietinstellingen zijn daar reusachtige slaaphallen, waar de mensen hun langere slaap afbetalen.

    Er zijn daar, zoals overal, natuurlijk uitzonderingen. Enerzijds zij die zuinig zijn, maar wat doen zij met hun gewonnen, ascetische tijd, nu zij slechts één uur slapen, haast niets eten en voor de rest niets uitgeven? Anderzijds zij die alleen maar willen slapen en kapitalen vergaren – zonder doel of enige uitgave.

    Vast staat dat mensen daar niet uiteenvallen in arm en rijk zoals bij ons of elders, maar in een ander essentieel onderscheid: de wakkeren en de slapenden. Het is daar geen fysisch, maar een sociaal onderscheid. En zoals overal ziet men de sociale verschillen meteen.

    Die mensen die beginnen te geeuwen. Die mensen die uitgeslapen wakker verschijnen. Die mensen die men maar niet wakker krijgt. Mensen met wallen onder de ogen. Vermoeide uuders die klagen over hun kosten. Wakkere jongeren die tegen elkaar opscheppen hoe lang ze reeds wakker zijn.

    Een doorsnee huwelijksreis en een slaap van twee weken. Cellospelers die voor hun optreden nog snel extra uurtjes slapen om een paar nieuwe snaren te bezoldigen. Slapenden in het station: zij moeten hun kaartje nog betalen.

    Aan nieuwelingen verschijnt deze stad machtig: men rolt zijn slaapmatje of hangmat ergens uit en begint er te slapen. Toch uitbating en sociaal misbruik bestaan ook daar. Men kent er als het ware slaap-slaven, die hun slaap verkopen of afstaan een machtigeren.

    Of daar diefstallen bestaan? En oplichterij? Men weet het niet.

    Overmoedige aankopen. Bewuste aankopen. Geplande aankopen. Aankopen waarvoor je al weken spaarde. Aankopen, die impulsieve, waardoor men zich dagen te slapen legt. Onzinnige aankopen: niets is daar erger dan verspilde slaap.

    Slaap als eenheid. Er valt iets voor te zeggen. Dingen hebben er daarom een andere waarde, en het is niet zo dat de waarde die wij in onze valuta aan iets toekennen daar overeenkomt met een evenredigheid aan slaap. Kinderspeelgoed voor zuigelingen bijvoorbeeld: kostbaar goed. Zij slapen dan ook bijzonder veel. Ook geneesmiddelen zijn daar uiterst kostbaar. De zieke moet er aardig voor bijslapen.

    Een moeilijkheid: samen slapen. Immers dat vooronderstelt een zeker evenwicht in dagelijkse uitgaven. Langdurige relaties zijn daar dan ook perfect op elkaar afgestemd en hebben een gebalanceerd huishouden, dito synchrone slaap. Prille, nieuwe koppeltjes echter kennen daarentegen wel eens moeilijkheden wanneer zij samen slapen en geplaagd worden door een ongelijke slaap.

    Soms zijn daar mensen, meestal impulsievelingen, plots onbereikbaar wanneer ze weer iets nieuw gekocht hebben. Men moet ze niet zoeken, aan een slapende valt namelijk toch niets te doen. Men moet ze verwachten. Eens komen ze wel weer terug.

    Deze mensen zijn bewuster, efficiënter, een soort Duitsers van de slaap, want meer dan een portefeuille of geld dat men ergens in een kous of onder een matras heeft liggen (of zou bluffen, dat men het ergens heeft liggen) hebben zij een direct gevoel, een soort innerlijk evenwicht en bewustzijn aan slaap. Alles meet men aan waarde af: de krant, een brood, een boek. Misschien nog het meest te vergelijken met wat de suikerspiegel voor een diabeticus is: alles van zijn dagelijkse activiteit is hieraan afgemeten. Aldus overweegt men daar goed: wat, waar, wanneer, waarom.

    Is men toch eens impulsief, wordt men daar direct getroffen en leert men uit zijn fouten. Het is een soort behaviouristische slaap. Reeds als kind is men er innig mee vertrouwd en leert men van nature uit niet te veel te willen.

    Tenzij men daar natuurlijk aan iets erg onaangenaam wil ontsnappen: spullen kopen die men niet nodig heeft! Als zodoende is men geëxcuseerd, want niet aanwezig, en ligt men ergens vredig te slapen. Deze samenleving in een dystopische toekomst: de jeugd die tot in de vroege namiddag onverschillig ligt te slapen. God weet wat zij gekocht hebben…

    Afwezige familieleden aan tafel. De bomma die na haar kerstbuffet een week in bed ligt. Overmoedige vaders die voor hun zonen een overdreven verjaardagscadeau geven. De verliefde die plots verschijnt met een pronkerig, te overdreven boeket, en vervolgens ergens te slapen ligt.

    Dingen die onverwacht kapot gaan: die extra, bijkomstige vermoeidheid. Daarvoor heeft men daar het weekend. Herstellingslaapjes. Het is de slaap die bij het leven hoort: dingen die men reeds had voorzien.

    Toch zijn er daar enkelen, die het niet uitmaakt wat ze kopen. Het zijn zij, namelijk diegenen die graag dromen, die overdag maar wat uitgeven en onverschillig slechts iets kopen – voor de slaap.