....

    Ergens waar men met haar betaalt.

    Deze mensen in een natuurlijk ritme tussen sparen en uitgeven. Zelden impulsieve of overdreven aankopen – wat groeit, komt met de tijd. Geld uitgeven voelt daar natuurlijker aan, minder gemedieerd door winst en verlies. 

    Uiteraard: de ouderen met hun noodzakelijke armoede. Bij wie iets te halen valt? Je ziet het meteen. Anderen, de meer ‘gladden’ van deze samenleving, zijn dan weer slimmer en hebben wel haar – maar in een buidel. Zij zien er misschien kaalgeplukt uit, maar zijn het niet. Eens komt de verrassing of gewoon hun gierigheid, want deze mensen verbergen vaak zakken met haar onder hun bed.

    Erfstukken: de zwarte lange haren van je oma. Of van nog oudere voorvaderen: de essentie en verdienste van generaties verzameld in zakken haar.

    De nauwkeurigheid waarmee deze mensen hun haren samentellen. Een vlechtje is zoals een boekje briefjes. Kapperszaken zijn daar iets tussen zorgvuldige laboratoria en wisselkantoren. Oplichters die ossen kaalscheren. Schaamhaar dan weer als een heel andere valuta – het zijn als de rosse centjes en de centiemen. Op sommige plaatsen kan men daar helemaal niets voor kopen.

    Zoals iedereen wel op een type valt –blond, bruin, ros of zwart– heeft ook iedereen daar een voorkeur voor kleur geld. Tien zwarte haren zijn voor de ene verkoper meer waard dan tien blonde. Toch is er geen uniforme wisselkoers. Je moet weten dat je in de ene bakker beter betaalt met twee zwarte haren van je dochter dan de drie grijze van je vrouw.

    De Joodse krul: goud waard.

    Zoals overal loopt ook daar altijd wel 'ne spirituele mens rond die ergens heeft gelezen dat knoflookcrème smeren op de hoofdhuid bevorderlijk is voor de haargroei.

    Langharigen die in hun slaap berooft en kaalgeschoren worden. Mannen zijn daar in het voordeel, of toch alleszins die met een baard of haargroei op hun rug. Dat compenseert dan weer voor hun kalende toekomst. Natuurlijke rechtvaardigheid.

    Vrouwen dragen daar maar zelden lange haren. De meesten bedekken hun haren: om met hun weelde of armoede niet te koop te lopen. De borende jaloezie daar voor iemands kapsel – zoals elders de nijd voor een ander zijn portefeuille of bezit.

    Even slikken: vrouwen betalen hun huwelijksfeest met hun prachtig gespaarde haren en worden na de eerste huwelijksnacht kaalgeschoren wakker. Jonge mannen trakteren meisjes op een etentje met hun bruine bles. Jonge knaapjes verlangen halsstarrig dat het dons op hun bovenlip weldra echte zwarte stoppels worden.

    De doden diens haren men nog even laat groeien. Zelfs met neushaar kan je wat betalen.

    Eén keer om de paar jaar breekt daar een luizenplaag uit en start iedereen opnieuw met gelijke middelen.