....

    De verliefden die elkaar niet ruiken.

    Ergens waar wanneer twee mensen elkaar plots niet meer kunnen ruiken, ze weten dat ze voor elkaar gemaakt zijn.

    Het is als stond de tijd stil, maar dan zintuigelijk. Als haperde een zintuig: de geur. Niet dat deze mensen dit moment nooit verwacht hadden. Ze kennen het van in filmen en op televisie. Heel hun cultuur is ingericht naar en heeft hen minutieus voorbereid op dit moment, dit gebeuren. Gelooft men elders in love-at-first-sight, daar aan lost-scent-at-occasion.

    Elkaar zonder geur. Deze mensen wisten dat het eens ging gebeuren! Het herinnert hen aan hun goddelijke oorsprong. Immers de Goden ruiken niet. De Goden stinken niet. De Goden hebben geen parfum.

    Ja, de dieren ruiken. Of de kinderen – aan alles om het te duiden. Een object of kledingstuk terug te werpen in hun aardse oorsprong, betekenis of mogelijke bezitter. Maar niet wanneer twee mensen elkaar niet ruiken. Even zijn ze bezitloos. Vrij, want het determinisme van een zintuig afgelegd. Zelfs de Middeleeuwse filosofen wisten het al: Esse est percipi. Zijn is waargenomen worden.

    Maar niet het zijn van deze mensen. Ze zijn als het ware opnieuw. In een nieuwe waarneming. Het is een tweede geboorte. Net zoals een zuigeling, pas uit het vruchtwater gekomen, nog zonder geur want zonder bacteriën is, zo worden zij in dit moment opnieuw geboren, krijgen een nieuwe kans om te bestaan, te betekenen en iets te representeren voor elkaar.

    Dat zij plots niet kunnen ruiken, daarom ook haast niets meer proeven, mag vreemd, zelfs waardeloos verschijnen. Immers zo denkt men: zij ervaren minder, gebrekkiger – of zo lijkt het alleszins. Het is een stap naar een nieuwe soort perfectie.

    Want ja, na hoeveel jaar geleefd te hebben –twingtig, dertig jaar– wordt leven een gewoonte. Je staat niet stil bij de dingen. Alles passeert door je neus en smaak zonder denken of vragen. Zoveel gebeurt automatisch. Toch plots staan de dingen stil – stil in hun geur en smaakloos verschijnen.

    Het is verwarrend. De choreografie van haren die geurloos over een schouder vallen. Een omhelzing zonder geur. Een glas melk zonder essentie. ’s Avonds in bed geen geur van verse lakens. ’s Ochtends de koffie zonder smaak. Zelfs het zout bij de soep is vergeefs. Het witte meel aan het brood smaakt naar wit smaakloos meel – niets proef je.

    Overgeleverd aan het machteloze spel van een plots vreemd verschijnen, begint men de vreemdste dingen te denken. Jazeker, ook deze mensen zijn rationeel opgevoed en zijn het gewoon om te willen begrijpen: waarom zonder geur? Het klinkt eenvoudig en simpel, maar het is moeilijk. Het gebeurt namelijk in hen en hun ervaren. Het vraagt om een emotioneel, intuïtief en zintuigelijk begrip.

    Het maakt bovendien niet uit in welk seizoen dit gebeurt. Er is steeds wel iets dat ontvalt. Geen herfstbladeren of prachtige lentebloesems, geen mango’s in de zomer, geen kaneel in de winter. Iets is onttrokken uit de dingen.

    Het is het vreemd voorafgaande aan het Eureka. Zijn zij bij elkaar –zij, de twee geurlozen– hebben de dingen geen essentie. Of zo lijkt het even. Want net daardoor kunnen zij zich nauwkeuriger focussen op het moment en het vallen van de seconden, de voortgang van de minuten. Het nu.

    De eerste keer. Die eerste keer. Plots verschijnt alles maagdelijk zonder geur. Je weet niet wat je overkomt. Eerst geloof je het niet. Denk je nog dat het iets in de ruimte is. Of het misschien een verkoudheid is? Toch na een poosje, misschien enkele afspraakjes wordt het hen duidelijk. Het is wanneer die andere er is, dat de dingen, niet in het minste elkaar, geen geur hebben. Ja, het lijkt vreemd genoeg wel wanneer je niets voelt – je daar weet dat het juist zit. 

    De geurloze vlucht van een fazant die zich terugtrekt in het veld. Waar hij naartoe zou kunnen zijn, indien je zijn sporen niet kan ruiken? Het vosje kijkt bevreemdend op en boort zijn snuit in alle richtingen. Geen geur.

    Het spel van prooi en roofdier veranderd, in een heel nieuwe aandacht voor elkaar. Dit moet men leren – deze andere aandacht. En hierin schuilt de grote waarde van dit gebeuren. Want waar leer je – de liefde? Om net te voorkomen dat je kopieert –oude voorbeelden of begane fouten–, leren deze twee geurlozen opnieuw kijken, aanraken, voelen en uitspreken. Het is niet alleen een teken. Het is vooral een zegen. Het is een nieuw begin. 

    De plotse angst van deze mensen dat ze het niet voelen? Zoals elders is de vrees om zich te vergissen de eigenlijke vergissing. Alleen weet men daar net het omgekeerde: het heeft betekenis. 

    En er is genoeg dat overblijft: samen plaatjes luisteren en muziek uitwisselen. Een uitzicht delen. Een film kijken. Elkaar aan de pols tasten. Met de benen omarmen! De vorm van een plooi van een schouderblad bestuderen. De andere zintuigen worden gescherpt door het wegvallen van één element. Er ontstaat een nieuwe grammatica aan aanrakingen en beroeren van elkaar.

    Deze mensen moeten niet op restaurant: een kenmerk van hen die de Ware (geurloze) nog niet getroffen hebben. Zulke mensen daten, gaan samen kreeft eten, brunchen ook maar meteen in de voormiddag, ‘s avonds Italiaans of oesters, alles om elkaar te leren kennen en het plotse, over-plotse ieder weekend opnieuw vergeefs te verwachten: dat hun gerecht dan eindelijk geen smaak meer heeft!

    Ach, zoals bij alles –de liefde, het leven, inspiratie of betekenis– gebeurt het meestal wanneer het jou niet uitkomt en je het niet verwacht. Het gebeurt wanneer je er niet klaar voor was.

    Ook daar, onder deze mensen, vind je hedonisten of mensen die allerminst geïnteresseerd zijn in het geurloze, romantische bestaan. Het zijn de epicuristen van deze wereld – zij willen slechts het nu, de ervaring, de smaak. En liefst zo veel mogelijk tegelijk en met zo verschillende mogelijke partners.

    Uiteraard tref je daar wel enkelen die al eens oefenen. Met een wasknijper op hun neus aan elkaar snuffelen bijvoorbeeld. Tragediën ontstaan daar wanneer slechts één iemand niet ruikt. Of de meest zeldzaamste gevallen wanneer een paar levenslang volhoudt alsof zij niets ruiken.

    Pientere chef-koks die zo smaakloos mogelijk koken: hun restaurants worden drukbezocht.

    Hoeveel van de liefde gaat door smaak? Gedeelde momenten: een cactusvijg bij het ontbijt, een lekker koffie’tje nog in bed, een zwaardvis bij het avondmaal. Ontstaat uit zulke momenten een verhaal, een gedeelde geschiedenis? Maar niet meer bij deze mensen. Zij die de smaak niet nodig hebben om te weten dat ze er voor elkaar zijn.

    Wat hun verhaal dan is? De posities van elkaars moedervlekken memoriseren. Sterrenbeelden trekken tussen elkaars sproeten. Een eindeloze reeks kusjes op een warm schouderblad. De plooi van een sleutelbeen visualiseren. Elkaars zachte huid nog maar te voelen, de aanraking van een abrikozen ruggenwervel – in al haar essentie van abrikozen.

    Het schijnt dat deze mensen daar in hun dromen als in een Colosseum op elkaar toestormen, vervolgens dierlijk obsessief aan elkaar beginnen te ruiken om elkaar tenslotte datgene te zeggen wat in hun obsessie met het geur- en smaakloze onmogelijk is: "Ik zie je graag."