....

    Het insomniabos.

    Zij die daar niet kunnen slapen moeten zich in het bos gaan leggen.

    Hangmatten, slaapzakken, strobalen, tentjes of boomhutten – de slapelozen liggen met opengesperde ogen en roerloze armen tussen de bomen, in het bos, in het donker en de nachtelijke geluiden.

    Een tor die ’s nachts op verkenning gaat doet het hele bos daveren. Niet verwonderlijk dat deze mensen niet kunnen slapen! Eén gedroogd herfstblad dat kraakt onder het gewicht van een luis en alle wakkeren schieten wakker, worden extra waakzaam, aandachtig en helder, bang en roerloos afwachtend voor wat er te gebeuren staat.

    Niets. Iedere keer niets. Keer per keer. De ogen rollen. Rechts. Links. Rechts. Een lichaam roerloos in het nachtelijke bos. Niets om niets. Blad om blad. Tor per luis.

    Oh, maar deze mensen geeuwen niet. Het zou die slapeloze dieren en nachtelijke insecten in hun insomnia alleen maar verstoren.

    Het geluid van de bomen (namelijk hun stam!) die ’s nachts bewegen, hun geur, hun vocht, de oogleden van het bos, deze slapelozen willen niets anders dan in hun bos de nacht doorbrengen. Daar vindt hun slapeloosheid een verklaring, een oorzaak, een reden. Ja bijna een doel!

    Pas op! Diegenen die er overdag komen wandelen krijgen boze, vermoeide, humeurige blikken en enkele stokken toegeworpen. De meest humeurigen scherpen alvast speren. Het is hun bos. Hun slapeloosheid. –De opstand van de slapelozen!– En deze slapelozen doen er alles aan het tegen de buitenwereld te verdedigen.  

IMG-4894jpg