....

    Ontmoeten tot er niets meer van elkaar overblijft dan wat we vertellen, een beeld van de andere, niet zoals die is maar hoe we denken dat die is: het jezelf aan inkt en punten.

    Een langzaam gevoel van onttovering dat tot realiteit wordt: dat de andere je niet gelezen heeft maar slechts fragmenten uit je genomen, niet ontmoet als die ene mens die je bent, maar elementen uit een context heeft gehaald om zo een partner voor zichzelf te creëren, een tegenpool aan eigen eenzaamheid, waarin ‘elkaar-leren-kennen’ slechts oppervlakkig alle tekens aftast die op het grensverkeer tussen twee mensen liggen – de codes, de mode, de gebruiken die ieder armzalig alfabet vormen waarin sinds de prehistorie mensen op een bepaald ogenblik denken de andere te begrijpen, laat staan te kennen of te vertrouwen.

    Vertrouwen is dichte lijnen blijven trekken in het elkaar van tekens en punten, van inkt tot aangezicht. Tussen de tekens hengelen, punt tot lijn zien worden, zo aan iets schrijven - een verhaal en betekenis doen ontstaan. Tot er echter niets meer overbleef van die gehengelde lijnen, dat grensverkeer tussen twee levens, de verhalen en die verknoping aan punten uit codes en taal, gebruiken en alfabet waarin in het beste geval twee mensen betekenis aan de betekenis geven, codes met codes ondersteunen, uitspraken uitspreken – of niet kunnen uitspreken. Want de paradox is toch steeds dat pas wanneer je uitspreekt er betekenis ontstaat. Pas wanneer je zegt: ik zie je graag, zie je iemand graag. Niet eerder. Het is aanwerpen en verknopen, toch sommige schepen dobberen rond zonder aanmeren. 

    Durven ontstaan en bestaan. Tot je slechts bestond, niet als die ene mens die je bent, maar als die enkeling die het armzalig alfabet verknoopte dat de andere weigerde te spreken of te verstaan, omdat de taal, de punten en de tekens te veel isoleerden. Tot de tekens en het alfabet van de voor zichzelf gecreëerde partner uitbarsten, de betekenis te buiten gingen, ze niet meer kon bevatten. De hiëroglyfen dragen de sfinx, de tekens binden het boek. En de meest raadselachtige wijsheid staat uitgedrukt in de niet begrepen tekst.

    Waarmee ik bedoel: je zou elkaar kunnen leren kennen in de onderlinge afspraak elkaar niet werkelijk te leren kennen; nooit te hengelen naar punten en van betekenis niets meer te maken dan wat ze is. Maar in dat verbod zou alweer zo'n waarheid schuilen waaruit je de andere leert kennen, dat zulke afspraak meteen teniet wordt gedaan. Elkaar leren kennen zonder elkaar toe te laten is de facto onmogelijk. Ergens breekt de onmogelijkheid uit, wil de tijger uit de gevangenschap want uiteraard is het glas steeds het helderst wanneer het barst. Dat is ook niet het probleem. Maar door gebroken glas mag je niet blijven kijken. Laat staan elkaar maandenlang leren kennen.