....

    Wanneer een verhaal —voor de ene persoon niet, voor de andere wel— afgesloten is, blijven beide personen in een bepaalde onvoltooide tijd ronddwalen. Voor de ene door de onafgeslotenheid in de toekomst, in betekenis en momenten die gedeeld hadden kunnen zijn maar niet waren; voor de andere in het verleden, dat steeds opnieuw herdacht kan worden en zich blijvend opdringt. De ene deelt momenten, die niet meer gedeeld worden, in de gedachte dat de andere erbij had kunnen zijn; de andere deelt reeds beleefde momenten, die niet meer gedeeld worden omdat zij niet meer samen zijn, en bezint zich wat hij of zij niet of te veel gedaan had, wat echt en wat fout was.

    Terwijl de andere denkt in aanwezigheden van het ontbrekende verleden, speurt de ene de afwezigheid van een onvoltooide toekomst. De ene dwaalt in de toekomst, door wat nooit geweest is. De andere dwaalt in het verleden en bevraagt wat was. De ene houdt de andere in het licht van de transparantie van de afwezigheid, de andere keert de ene als een vergane diamant om ziet steeds andere zijden waarin het niet-gedane verschijnt. In between unanticipated joy and undigested sadness. 

    De andere vreest liefde en denkt aan de tegenzin terug wanneer de ene in de geheime paden van het zelf voerde. De ene schuwt met tegenzin dat er geen paden meer voeren naar het geheim in zichzelf.

    Elkaar opgeven is de tijd verlaten. En zei je ooit tegen iemand ‘leven is als een uurwerk, ergens zullen de wijzers elkaar opnieuw ontmoeten’, dan weet je dat hier de tijd stopt in twee richtingen.