....

    Er zijn vragen die ons isoleren, ons in een betekenis en zelfgekozen antwoord gevangenhouden, dat we hun borende realiteit niet verdragen. Er zijn vragen die we te serieus nemen en dat maakt ieder oprecht antwoord onmogelijk. Er zijn vragen die alle andere vragen uitwissen en dat maakt hen ondragelijk – een voorbeeld van die laatste drie is: “Hoe is’t?”

    Er zijn ook vragen, zoals mij onlangs werd gesteld, die bevleugelen en recht naar jouw innerlijk kind voeren. “Wat maakt jou enthousiast?”

    In een generalisering luidt dat ongetwijfeld lekker eten en goede literatuur, maar hey heb je even? In het veel fijnere universum van de voorbeelden wordt dat –

    De eerste herfst in de kruinen, paarse geurige seringen uit de achtertuinen van mijn kindsheid, de smaak van rabarber, de geur van vers gemaaid gras tijdens fietstochtjes, plotse vijgenboombriesjes op reis, schuin licht in de hoogvlakte, gorgonzola, een septemberse bij die even naast je zweeft, risotto, vers fruit, een nacht in de hangmat in de olijfboomgaarden, ganzen in V formatie, liefde voor muziek delen met vrienden, samen doordraven in onzin of verbeelding, het plotse betreden van rozenverkopers op café, het paarse blubber van aangespoelde kwallen, de herinnering aan de Bibi, mijn grootmoeder, haar te luide niezen en het bloemsuiker op haar bloes wanneer zij pateekes at en haar luid lachen en haar vertrouwelijk gefluister wanneer zij over de heilige Sint Antonius sprak en haar zwarte lederen handschoenen in de winter die mij ooit een keer als knaapje van de lagere school ophaalden wanneer ik haar ne pol moest geven, en die kleine groene snoepjes die daar in Mortsel in een glas in de kast stonden —

    Vermeldt daar zeker ook nog een plotse meikever uit de haag bij, en ook kippen, en ja de dieren, hun vochtige snuitjes en getrokken staartjes, hun onbegrijpelijke vederen en hoorns, of verse lakens in bed, of — gewoon nog maar de aanblik van cactusvijgen!

    En frambozen, en mijn guitige neefjes, en stoere mussen in de stad, oude mijnheren op straat en vrouwen die uit het raam hangen, maar ook artisjokken als voorgerecht op tuinfeesten, Manhattans drinken, met de verrekijker naar de sterren kijken, en — iemand blaast het bloemsuiker van de Bibi haar bloes. Realiteit hervormt zich in een onvatbaar textielen raster aan duizenden verdwenen draadjes en sporen, op en over elkaar, en kruip je ertussen wordt realiteit een betekenis die je in haar singulariteit nooit kan vatten –slechts enthousiast over worden– en die resulteert in een veelvoud aan beelden die alle waar maar onbeantwoordbaar zijn.

       Brasserie du Parc, 9 november 2021