....
In afwachting van een gevoel. In afwachting van een toekomst. In afwachting van een leven. In afwachting van het excuus.
Het is al weken wachten op het oordeel van een half-enthousiaste uitgever. Uiteraard betekent het niets. Uiteraard verandert het alles. Ik weet niet wat te hopen of te verwachten. Ik geloof -zoals de laatste tien jaar al- in mijzelf. Ik geloof zelfs in anderen – soms dan. Maar ik geloof niet dat anderen in mij geloven, en daarin schuilt het gif en de kentering, reeds half ingezet door hun interesse in het deel van het boek.
Verkeert men in afwachting van zichzelf? Wie mij kent, maar niemand kent mij, want heeft mij nog niet gelezen, weet hoe lang ik daar al op wacht, mijzelf, terwijl ik het verwerkelijk, mijzelf, maar niemand die het leest, kan lezen, en daarom ik het nooit ten volle ben, en kan zijn, mijzelf – eens moet die cirkel doorbroken worden. Maar wie steekt de stok in mijn wiel?