....

    De onnavolgbare vossenstaart.

    De pluizige vossenstaart is een aardig trucje van de natuur. Met deze best brede staart, zeker als men deze met andere dieren vergelijkt, wissen zij in het voortbewegen hun eigen sporen uit. Vosjes doen wel vaker twee dingen tegelijk. Ze zijn hyperefficiënt. Ook wanneer zij een maaltijd bereiden vegen zij simultaan met hun fraaie vossenstaart hun hele hol proper.

    Vosjes hebben in één seconde heel het bos gevoeld. Je kent die houding wel. Dan staan ze even stil. Hun nieuwgierige, zwarte vochtige snuit in alle windrichtingen, dat exemplarisch ene geheven voorpootje, de houding van de avonturiers, van de moedigen, van de vorsers.

    Voelen zij het hele bos? Neen, vosjes vatten de volledigheid in een seconde, de waarheid in het fragment, de volledigheid van het ogenblik waarmee ze naar huis keren en waaruit zij hun beeld op het bos en de werkelijkheid ontwikkelen.

    Soms weerklinkt een schot in het bos en dan schrikken zij op. Immers in die ene, onverwachte seconde hebben ze gedwongen de pijn van heel het bos gevoeld. Dan moeten zij bekomen, van het geweld van die seconde, en trekken zich eenzaam terug in hun hol, waar zij hun vacht proper lekken tezamen met al het pluis van de wereld, tot zij, gerold in zichzelf zoals slechts de dieren slapen, van de immanente pijn van het hele bos bekomen. Ook al luidde de knal slechts een seconde – voor de vos duurt het een eeuwigheid.