....
New York Sour. Een kus als in jaren niet meer gegeven. Een kus die als het rood van de schorpioenen kleurt. Bezonken licht. Misschien de kleuren van een zonsondergang. Misschien het bewegende, schemerende rood waarmee je de oogleden sluit. Een kus als dialoog, een evenwaardige dans.
Kan een drankje als een kus zijn? Kan de keuze voor een lievelingscocktail alles bevatten en verklaren? Het best gekende —de whisky sour— wordt bezworen. Het bordeauxrode laagje bovenaan een erotisch symbool voor toevoeging van het bestaande, variatie en respect.
Een kus als een ritmisch bezworen cobra uit de fakir zijn gewoven mand. Een kus in gepurifieerde dierlijke intuïtie. Een kus, vermoedelijk gaat dit te ver, als ontmoeting. Een verwerkelijking vanuit en in heel het lichaam, niet zomaar de mond, geen voorzichtig slap handje maar ook geen spierballengerol, geen waterballet of olympisch worstelen, maar dialoog zoals dans dialoog is, zoals de beste kus nooit enkel geven of ontvangen is.
Een dialoog tussen licht — het geel en rode. Niet het rood van bokshandschoenen. Niet het rood van de elektriciteit en de alarmen. Niet het rood van de stoplichten en verboden vlaggen. Maar het rood van de zwervende tijgers, het rood van de gevoelde gedachten. Het rood van de robijnen, die eeuwigheid in steen, de onbeweeglijkheid van de ringen aan dames hun vingers, vloeibaar gemaakt in een evenwaardige cocktail van dialoog, dans en elkaar.