....

    Slaap is creatief. Slaap is heilig. Bij de oermensen behoorde ik zonder twijfel tot de evolutionair bevoordeelden: een gevoelige slaper, gevat om zelfs als slapend het sluipen van de sabeltandtijger op te merken, om wakker uit de lauwe slaap op te springen en alert naar de bewegingen van het gevaarte te luisteren. De wakkere oermens legt een vuurtje aan, verjaagt de dieren, brengt zijn slapend gezin en nietsvermoedende stam in veiligheid. Misschien hangt het voortbestaan van de mensheid wel af van zijn nachtelijke insomnia. Dat iemand deze zin leest – dankzij een oermens die ooit niet kon slapen.

    Het lawaai in de stad, tienduizenden jaren later, die de slaap van de rechtvaardigen verstoort, speelt thans in mijn nadeel. Evolutionaire autocorrectie: de onverschilligen winnen. Winnen aan kracht en energie, aan slaap – zij liggen er niet wakker van. En lig ik ’s nachts in bed, hoor ik de holle poten van de mammoeten in de hoeven van mijn bovenburen, de sluipwegen van de sabeltandtijgers in onafgebroken verkeer. Blijkt dat akelige, plotse geluid waarvoor ik op de grond duik als voor de belegeringen van de fictieve vijand, helemaal niet het einde van de wereld in te luidden maar slechts een wasmachine te zijn! Misschien verneem ik ergens in een verre dreun het amorfe van een nog voorhistorisch wezen en denk ik tenslotte dat ik in mijn wakkere bewustzijnstoestand deze nachtelijke stad van haar bestaan verzeker.