....

    Hij maakte bewust alleen muziek maar werd gestopt omdat er te veel teleurstelling meespeelde. Hij schrijft dan maar. Verder. Daar, alleen in de verbeelding, kunnen ze je niet raken. Toch er volgt interesse. Ook al is het maar één iemand: meer niet dan wel. Meer als het zwijgen van alle mensen min één, waardoor het gewicht van de stilte en het onuitgesprokene, dat wat in ieder schrijven aanwezig is, plots zwaarder op je weegt. Je beseft, je voelt niet waar deze zwaarte vandaan komt. Die ene belofte trekt een hoop naar binnen die nooit nodig was, die nooit aanwezig was omdat je slechts voor jezelf schreef. Plots klapt alles toe. Plots de hartslag in iedere lettergreep. Plots kijkt iedereen mee. Over je schouder hoe je je pen vasthoudt. Plots draag je een publiek op je schouders. Dit heb je nooit gewenst. Ik wil mijn woorden niet wegen nog voordat ze bestaan. En toch spreek je zelf dat verlangen uit, denk je dat het het jouwe is en begin je zelfs, om toch realisatie aan die ingeprente of aangeprate hoop te geven, dan maar te werken aan een publicatie in eigen beheer. Geen idee of je dit wilt – je wil gewoon schrijven. Zelf gedragen worden, even op de schouders van de taal mogen zitten. Het jongensachtige opnieuw herleven in de denkbeeldige stormen van de fantasie. Laat me daar in de bomen maar vastzitten. Laat me daar maar wegwaaien. Niemand hoeft mee te kijken of te lezen. Geen beloftes hoeven daar te bestaan. Maar ik moet er wel de tijd voor hebben: de luxe om me opnieuw aan de werkelijke luxe te weiden. Ergens moet de wisselwerking met de wereld bestaan. Ergens gaat de salamander door het vuur.

    Uit het verlangen de teleurstelling, de teleurstelling van het zwijgen van alle mensen min één, te beperken tot jezelf ga je fietsen. Daar valt niemand je lastig, dacht je. Behalve jezelf. Toch hier trap je je hart kapot. Wat dan maar? De lettergrepen door het bloed pompen? De hartslag terug aan de verbeelding geven? Wat van de wereld? Wat van jezelf. Wat van de onzichtbare koningen?

    Hoe doseert men aan leven, aan wereld, aan jezelf?

    Ik wil het niet weten. Ik wil mij opnieuw de vraag kunnen stellen.