....

    Ergens waar je om de tien jaar van voorkeurshand moet veranderen. Simpel: ben je rechtshandig word je gedwongen van het ene moment op het andere alles linkshandig aan te pakken. Ben je linkshandig, dan andersom, en dit iedere tien jaar afwisselend.

    Het is een les in nederigheid en nauwkeurigheid. Plots wordt een boterham anders gesmeerd. Volwassenen leren opnieuw hun naam te schrijven. Macho’s hun poep te vegen. Getalenteerde dirigenten leunen niet langer achterover in hun talent. De beste bakker heeft opnieuw brokken in zijn deeg. Een aarzelende tandarts zucht twee keer wanneer hij links een kies trekt. En in hun gesukkel –af en toe glijdt er wel eens een bord uit deze mensen hun vingers– knopen zij opnieuw bij de kinderen aan.

    Het lijkt misschien vreemd, een plaats waar je niet vooruitgaat maar ieder decennium terugkeert tot de aarzelingen en het gestuntel van tien jaar geleden, toch dit is een fantastische ontwikkelde gemeenschap. Want opnieuw leren schrijven, je tanden te poetsen of je poep afvegen, dwingt deze mensen een nieuwe omgang met de dingen erop na te houden.

    De boterham wordt niet enkel anders gesmeerd, hij wordt anders bekeken. De boeren ploegen hun akkers niet slechts op een verschillende manier, zij zien, door hun nieuwe houding, hun eigen grond anders. Zelfs psychiatrische patiënten geraken van hun depressie af – wanneer ze hun leven plots met andere hand aanpakken.

    Iedereen verplicht op de sukkel! Ieder decennium zou je eens goed in de spiegel moeten kunnen kijken. Ieder decennium zou de spiegel eens echt moeten barsten. Iedereen verdient het om de waaier van zichzelf opnieuw te kunnen opentrekken, echter soms vouwt de waaier slechts open wanneer die eerst breekt. Toch geen mens gaat vrijwillig uit de baan van zichzelf staan – tenzij er iets schort…

    Iedereen daarom verplicht op de sukkel! Weg uit de lijnen van het vastgelopene, een stok door de tandwielen van het langdurig conflict, een breuk in het lichaam van de tot noodzaak geworden gewoonte.

    Er is een tijd van opbouwen. En afbreken. Ontplooiing volgt nooit een rechte lijn, maar is waaiervormig. En iedere waaier zit vol met breuken, herstelde en opgestapelde breuken.

    Men is geworden, en met vele delen van zichzelf niet aan de slag gegaan. Men heeft dingen bereikt en laten liggen. Sommige eigenschappen van zichzelf belanden in een museum, andere zijn verdwenen in de bezemkast. Dat men daar iedere tien jaar een stap terugzet, misschien met een andere hand zichzelf voorstelt en de dingen met een andere hersenhelft opnieuw aanpakt, geeft deze mensen de gelegenheid zichzelf opnieuw te programmeren. Het is een kans de zware stenen van het gewordene af te werpen, de ballast van het voltooide te vergeten, de angel van het niet gewordene los te laten…

    Het is, meer dan het voorspelde obstakel, meer dan het obligate decennium, de kans en de gelegenheid zichzelf en de dingen anders aan te raken, te ontmoeten, te ervaren. Men wordt daar ouder… en verjongt. Wat vastliep zal terug week worden…

    Iedereen op de sukkel! Het is daar de verplichte herinnering aan onze oorsprong, aan de onhandige dwazen die we in het binnenste van onszelf allemaal blijven; dat we het namelijk allemaal niet weten, we nooit een idee hebben en zullen hebben, maar we eindelijk ook even –de zegen na een decennium–niet moeten doen alsof, maar dankbaar kunnen falen en opnieuw buiten de lijntjes kleuren.


IMG-2854PNG