....

    Een koor uit schelpen. Schelpen die giechelen. Schelpen met zand tussen de tanden. Schelpen die het deinen van de zee weergeven. Schelpen die door zware stormen verdwaalt zijn: deze liederen van de schelpen gaan over traumagebeurtenissen.

    Schelpen die de doortochten van walvissen getuigen. Schelpen in alle vormen – langwerpige schelpen, ronde schelpen, driehoekschelpen. Schelpen voor de spiegel. Schelpen met als enig doel: door een kind opgeraapt te worden. Aankomen.

    Schelpen over hun intimiteit met garnalen. Schelpen na het bezoek van weekdieren. Schelpen die onder elkaar opscheppen wie er allemaal reeds in hen heeft gewoond. Schelpen die over de jaloezie van de kreeften berichten. Schelpen die over hun geduld vertellen.

    Hun geduld? Jazeker. Schelpen hebben namelijk geen eigen wil. Ze zijn de falsificatie en ongelijk van Schopenhauers filosofie. Niet alles kent de Wil. Ze zijn zoals kwallen, hun wil-loze soortgenoten: zij gaan waar de stromen hen heenvoeren.

    Schelpen die het stromen van het water voelen. Onderstroomschelpen. Bovenstroomexemplaren. Schelpen die over hun verlof in de koralen stoefen. Schelpen die nog nooit verder dan de Noordzee zijn geweest.

    Schelpen worden onderschat. Door de mens, vissen, zelfs de Goden. Zelden leest men iets over schelpen. Schelpen als de ogen van de zee.

    Toch: schelpen hebben geen oogleden. Waarover ze dan zingen? De liederen van de schelpen: zoals in een orkest staan de groteren achteraan. De getijden van de zee in hun stemmen, de temperatuur van het water zoals men een snaarinstrument stemt. Schelpen die alleen maar B-akkoorden spelen. Schelpen in mineur.

    Dat ze misschien geen beweging kennen is niet erg – hun bestemming is de zee. Hun bestemming is hun bewegen, hun onderweg en altijd aankomen. Schelpen zijn de ideale reizigers. Schelpen schuilen niet. Schelpen jagen niet. Ze hebben ook geen wortels, zoals planten. Voorts zijn zijn ook niet zoals tanden of botten, toch gezien hun materiaal is dit verleidelijk te denken.

    Ja, schelpen hebben geen oogleden en toch zijn ze nog het meest als dat: de oogleden van het water.