....

    Nachtelijk lokaal met de stamgasten boven de vijftig. De dikke spanjaard met roos hemd tot slechts aan zijn plexus toegeknoopt (we zijn midden februari) brengt de glazen naar tafel met een overgave als verplaatste hij gevulde emmers. Verder iemand met een zuurstoffles. Letterlijk overal waar men kijkt mannen die, ofwel kaart spelen, ofwel kaartspelende mannen toekijken. Zo gesteld ben ik natuurlijk deel van deze kroeg en atmosfeer hier, en de schrijver kan niet anders dan even de pen aanhouden en ingetogen glimlachen bij deze gedachte. Toch stokt het glimlachen halfweg, want hier is men slechts deelgenoot zolang man niet naar mannen die naar kaartspelende mannen kijken kijkt. Toch zelfs dan merkt niemand merkt me op, en dat ene bijzondere gevoel komt misschien nog wel het dichtste in de buurt bij wat echte ouderdom is - zijn en niet bekeken worden. 

    De kaarten worden op tafel gesmeten, ja met zulk ’n meesterschap dat het een discipline schijnt. Discussen en olympische precisie in hun pokergezichten. Zwijgende mannen. Serieuze mannen. Spelende mannen – wat een vreemde opsomming, ze zijn het allemaal. Wat verder vreemd in de opsomming past: middenin het café staat een scooter geparkeerd. Ik herken mijzelf in dit, daarom niet vreemde , maar vreemd geplaatste object. De ernst wordt uitgespeeld. Als een speelkaart uitgesmeten. De toeschouwers, de naar kaartspelende mannen kijkende mannen, aan elk tafeltje twee, zwijgen als complexe bijzinnen. Indien men in hun gezichten staart moet men telkens terug naar de anderen kijken, zo als zocht men referentie, wou men de gedachte uit de bijzin ontwaren, terug naar waar de klok in gesmeten kaarten tikt, hier vallen bijzondere wijzers, slaagt een ander uur, pendels in schoppen en ruiten, in metronomisch bluffen en winnen, in gevoelde nederlagen in ieder oogcontact, wanneer niemand mij ziet.

     Le Roma, Cureghem