Aansluitend
op vorige aantekening –
Ik
heb ‘De schoenen van de Sultan’ nog eens doorgenomen. Ik begrijp nu dat dit
boek, net omwille van het formalisme van het boek, niet mijn eerste boek wordt –
het formalisme dat het verhaal net zo nodig had om de hulzen en patronen van de
verbeelding af te kunnen vuren. ‘De schoenen van de Sultan’ heeft daarom als
boek geen boek, maar een schrijver voortgebracht: mijzelf.
Zo
dacht ik, eerlijk gezegd, wel eens: als iemand met een ander profiel dit zou
schrijven, een bekende Vlaming bijvoorbeeld, zou het zo uitgegeven worden. Maar
dit boek heeft geen ander profiel voortgebracht – maar mijzelf. Het zelf zoekt
mij – niet ik.
Zoals
een haan zijn kraag zet, heeft dit boek mij neergezet, zonder het te weten. Want
ik dit boek nodig gehad, de formele schema’s, de narratieve architectoniek, de absurde
verhalen in de verhalen, om, om het met Rilke te zeggen, te worden wie ik ben.
Dit
boek, ‘De schoenen van de Sultan’, is geen resultaat, maar een weergegeven
proces. Het heeft door het formalisme, mijn eigen formalisme gebroken.
In
die betekenis is het een afrekening met het eigen leven en discours. Jazeker,
dat is ieder boek. Dit is mijn revolutie geweest, zonder ik doorhad dat deze
voltrok. Mijn persoonlijk onderbewuste: een afrekening tussen een wereldvolle
reiziger en een wereldvreemde Sultan. De middenvinger naar de filosofie, in een
door-en-door hoekig en stroef aanvoelend filosofisch boek. En uiteraard, uitgerekend
in de filosofie heeft men daarvoor een begrip: Hegeliaanse negatie.
De
revolutie voltrekt zich zonder al te veel door te hebben. Alles is al hier,
alleen zien we het niet. We kijken erdoor. Het toestaan van het zachte, de
stromen van het leven, de zaden die tot het Babbetje geleid hebben, zij zitten
reeds in dit verhaal, maar je had er een formeel-volwassen schema voor nodig om
deze te vatten. Alsof voor de innerlijke, persoonlijke bevrijding een grote
sleutel nodig is, toch wie deze sleutel meedraagt – zit op slot.
Ik
heb daarom steeds heilig in dit boek geloofd, dat betekent de grote relevantie
ervan voor de schrijver begrepen, zonder de irrelevantie voor de lezer te
beseffen. Tenzij deze over dezelfde sleutels als mij beschikt. Dat wil zeggen –
evenzeer vergrendeld is door een specifieke bevrijding.